Gemeenteraad & de burger

Naast de gewone contacten die u als inwoner van de gemeente Hulst heeft met de gemeente via briefwisseling of in de gemeentewinkel, wordt u waarschijnlijk zonder dat u het zelf weet, in veel voortrajecten van de definitieve besluiten van de gemeenteraad betrokken. Bijvoorbeeld inspraak bij bestemmingsplannen en een informatieavond over weg- of bouwwerkzaamheden. Daarnaast behartigt uw dorps- of wijkraad de belangen van uw dorp of wijk. Ook adviesraden zoals de seniorenraad, de stichting gehandicaptenbeleid, de WMO-raad en de Cliëntenraad Sociale Zekerheid komen op voor hun doelgroepen.

Ondanks al deze mogelijkheden tot inspraak en advies kan het zijn dat u tijdens het hierboven beschreven besluitvormingstraject toch uw persoonlijke stem wilt laten horen. Naast de informele wijze, namelijk het gewoon aanspreken van raadsleden of wethouders kan dat ook op een aantal formele en officiële manieren. U kunt een brief schrijven of u komt inspreken tijdens een vergadering van een raadscommissie.

Spreekrecht burgers tijdens vergaderingen


Wat doet de gemeenteraad met uw brief?
Bij de gemeente komen een heleboel brieven en e-mails binnen. Slechts een heel klein deel daarvan is specifiek gericht aan de gemeenteraad. Deze komen in eerste instantie op het bureau van de raadsgriffier terecht. Hij bepaalt namens de gemeenteraad de te volgen route van de brief. Eerst bekijkt hij of de gemeenteraad wel het bevoegde orgaan is om de brief af te handelen. In een aantal gevallen heeft de briefschrijver de gemeenteraad – waarschijnlijk abusievelijk - als bevoegd orgaan beschouwd. Dan wordt de briefschrijver daarvan op de hoogte gesteld en wordt de brief doorgezonden naar het bevoegde orgaan (meestal is dat het college van burgemeester en wethouders (B&W)).

Is de gemeenteraad wel bevoegd of schat de raadsgriffier in dat de geschetste materie wel de gemeenteraad aangaat, dan wordt de brief op de lijst van ingekomen stukken gezet voor de volgende vergadering van de gemeenteraad. Deze lijst en de bijbehorende brieven horen bij de openbare vergaderstukken en worden derhalve voor iedereen ter inzage gelegd. Omdat deze ingekomen stukken worden besproken tijdens de vergaderingen van de raadscommissie, wordt deze lijst een week nadat de agenda’s voor de raadscommissies worden verstuurd afgesloten. Dat is dus drie weken voor de raadsvergadering en vier dagen voor de eerste vergadering van de raadscommissies. Brieven die hierna bij de gemeenteraad binnenkomen, worden op de lijst gezet voor de volgende raadsvergadering.

De ingekomen stukken die op de lijst staan en binnen de bevoegdheid van een raadscommissie vallen, worden tijdens de vergadering van een raadscommissie behandeld. In principe worden inhoudelijke en informatieve vragen over ingekomen stukken aan het college van B&W gesteld of opmerkingen gemaakt in de bevoegde raadscommissie. Tijdens de raadsvergadering wordt inhoudelijk niet meer over het ingekomen stuk gediscussieerd. De gemeenteraad spreekt zich enkel uit over de eventuele afhandeling. Wat dat betreft zijn er een aantal mogelijkheden. Ofwel neemt de gemeenteraad kennis van de brief ofwel verzoekt de gemeenteraad het college van B&W als uitvoerend orgaan om een bepaald gevolg te geven aan de brief. Het kan ook zijn dat de gemeenteraad vraagt om het onderwerp voor een volgende commissievergadering te agenderen of dat wordt gevraagd om een bepaalde actie te ondernemen naar aanleiding van de brief.